Struinen in een oude Maasarm

Boswachter ellen loopt over een vlonder in natuurgebied 't Sohr

Deze blog komt uit het Limburg Magazine. Deze is gratis te vinden bij de VVV's en een groot aantal toeristische ondernemers in Noord- en Midden Limburg. 

Struinen over ongebaande paden, op avontuur dichtbij huis. Dat doet Wandelboswachter Ellen Luijks het liefst. Ze ontdekte Maaspark Ooijen-Wanssum, wat nu een van haar lievelingsgebieden is. Dat is niet voor niks. Hier komen cultuurhistorie, geologie en natuur bij elkaar en zorgen zo voor een boeiende wandeling.

Het is vakantie, dus de kinderen gaan vandaag mee, maar dat vinden de dames helemaal geen probleem. Zeg de woorden water en stapstenen en ze zijn verkocht. Een oude Maasarm vormt nu het hart van Maaspark Ooijen-Wanssum. Deze nieuwe natuurparel in Noord-Limburg is voor veel mensen wellicht een onbekend gebied en dat is zeker onterecht, want dit gebied roept om ontdekt te worden. Je kunt hier het wandelknooppuntennetwerk volgen, maar ook heerlijk door het gebied struinen.

Na de hoogwatergolven in de jaren ’90 van de vorige eeuw moest er wat veranderen in het Maasdal om overlast voor de toekomst te voorkomen. De spectaculaire aanpassingen tussen Broekhuizenvorst en Wanssum zorgen ervoor dat de terugkerende wateroverlast tot het verleden behoort. Nu slingert de zogenaamde nevengeul als een ‘blauw’ lint door het landschap met daarop en rond een rijk waterleven. Het is maar moeilijk voor te stellen dat 230.000 vrachtwagens aan grond is verplaatst voor het (uit)graven van de geul en de bouw van de dijken. De natuur profiteert optimaal van dit nieuwe gebied, want tijdens het wandelen kun je zomaar een ondoordringbaar moerasbos of een voorde tegenkomen.

Stapstenen 

Via de wandelrouteplanner heb ik een route uitgestippeld. We zijn nog niet begonnen of de meiden rennen de dijk al af. Daar zien we meteen de eerste stapstenen. In het gebied zijn een aantal voorden en oversteekplaatsen gemaakt. Zo kan het water bij hoogwater goed doorstromen, al is daar vandaag (gelukkig) totaal geen sprake van. Voorden zijn doorwaardbare plaatsen en vroeger zag je deze veel bij beken.

Het hele gebied is opgedeeld in compartimenten, waarbij je steeds via stapstenen de compartimenten kunt oversteken. Zo wordt water in het gebied vastgehouden en daarmee verdroging tegengegaan. Enkele oude populierenrijen zijn bij de herinrichting van het gebied blijven staan en geven het landschap karakter. 

Kinderen spelen op stapstenen bij de oude maasarm

Waterleven

Na wat heen en weer gespring lopen we verder. Even verderop ligt de volgende laagte. Hier gaan de meiden op de knieën. Al ondersteboven hangend zien ze al snel een visje zwemmen. Aan de overkant ligt een vlonder, zodat je letterlijk over het water kunt lopen. Uit het water wordt een waterslakje gepeuterd om van dichtbij te bekijken. Om de meiden weer in beweging te krijgen, maak ik ze warm met de belofte van nog meer stapstenen. Ze hebben van mij de nummers van de wandelknooppunten gekregen, dus moeten ze zelf speuren naar de route. 
 
Een klaphek verraadt dat er runderen in het gebied lopen. Deze runderen helpen mee om het gebied open te houden, want anders kan het water niet goed doorstromen. Doordat zaden aan hun vacht blijven plakken, zorgen ze ook voor de verspreiding van zaden. Wij zien ze vandaag overigens niet. Bij de volgende oversteek vliegt een reiger op en in plas dobberen ganzen, vergezeld door een schooltje jongen die al behoorlijk groot zijn, terwijl een fuut onder water naar wat lekkers zoekt. Een eindje verderop komt de fuut weer boven en vertrekt richting een rietkraag aan de overkant waar een schooiend jong ligt te wachten. 

Een dochter van de boswachter houdt een slakje vast
Boswachter Ellen loopt over een vlonder in natuurgebied 't sohr

“Deze nieuwe natuurparel is beslist de moeite van het bezoeken waard”

Beverparadijs 

Dit waterparadijs is nu ook het paradijs van de bever; de vele sporen zijn dan ook niet te missen. Goed om te zien dat ook deze wateringenieur in dit nieuwe gebied al zijn plekje gevonden heeft. Naast het hoge water zorgt ook de bever voor dode bomen. Meest markant zijn de afgeknaagde bomen, waarbij de kenmerkende potloodpunten achterblijven. Kinderen kunnen zo heel gemakkelijk herkennen waar de bever geweest is. In de drooggevallen modder pronken niet alleen de pootafdrukken van de bever, maar ook die van watervogels, marters en vossen. Voor de bevers zelf moet je vroeg of laat op de dag komen; overdag doen ze een dutje in hun weinig opvallende burcht of oeverhol. In het water valt het amper op, maar de bever is met een kop-romplengte van 70 tot 100 centimeter ons grootste knaagdier. De staart gebruikt de bever als roer en waarschuwingsmiddel. Bij gevaar slaat de bever met de staart op het water om soortgenoten te waarschuwen. Met zijn oranje tanden kan een bever alle bomen om knagen, al zijn ‘zachte’ soorten als es en wilg favoriet. De bever stierf uit in 1826 en werd opnieuw uitgezet in 1988. Alleen al in Limburg leven op dit moment honderden bevers. 

Maasduinen

Om de route rond te maken ‘klimmen’ we uit de Maasarm omhoog het bos in. Het is letterlijk een klim, want deze ‘duinen’ zijn in de ijstijd ontstaan door wind en water. Bomen waren er niet en de wind had vrij spel. Uit de bedding van de Maas waaide zand op en vormde zo deze zandduinen. Nu zijn de stuifduinen weer begroeid met bos en in de luwte lopend krijgen we zicht op de Maas zelf. Bootjes varen af en aan op deze mooie zomerdag. Brede zandpaden brengen ons weer terug naar de Maasarm. Dit gebied brengt zoveel afwisseling en avontuur, geweldig. Niet alleen voor jong, maar ook voor oud. We komen snel weer terug.